Successiedecreet: de Vlaamse regering is moedig

17.10.2011

De hervorming van het successiedecreet door de Vlaamse regering zorgt voor ophef.

De voorgestelde regeling is eenvoudig. Indien aan bepaalde voorwaarden is voldaan, kunnen aandelen in familiebedrijven geschonken worden zonder dat er schenkingsrechten verschuldigd zijn. De schenkingen gebeuren dus aan nul procent.

Indien de familiale ondernemer overlijdt zonder dat de aandelen voor het overlijden zijn weggeschonken moeten de erfgenamen in rechte lijn – meestal de kinderen van de overleden ondernemers – drie procent successierechten betalen. Andere erfgenamen betalen zeven procent.

Met deze regeling wil de Vlaamse overheid ondernemers ertoe aanzetten om tijdig – d.w.z. voor hun overlijden – hun opvolging te regelen.

Het oude successiedecreet was inderdaad paradoxaal. Indien de ondernemer overleed konden zijn erfgenamen onder bepaalde voorwaarden genieten van het nultarief inzake successierechten. Er moest op het vlak van successierechten dus niets betaald worden.

Vanuit het perspectief van een tijdige opvolgingsregeling was deze regeling niet ideaal. Het feit dat er geen successierechten moesten betaald worden had tot gevolg dat er voor ondernemers geen enkele incentive was om tijdig hun opvolging te regelen. Onder “tijdig”’ verstaan we hier het juiste moment om de opvolger in het zadel te brengen. Volgens onderzoek doet dit moment zich voor wanneer de opvolger ongeveer 35 jaar is. Wanneer men dit juiste moment voorbij laat gaan, bestaat de kans dat de opvolging vooralsnog zal mislukken en dat de continuïteit van het familiebedrijf in gevaar komt. Dat de Vlaamse regering nu via een op nul brengen van de schenkingsrechten de overdragers aanzet om tijdig te handelen, dient dan ook te worden toegejuicht.

Toch wordt de nieuwe regeling niet overal gunstig onthaald. Unizo meldde in een persbericht dat het problemen heeft met de nieuwe regeling.

In eerste instantie wordt gesteld dat schenkingen weinig voorkomen. Vanuit onze praktijk moeten wij dit tegenspreken. In het kader van opvolgingsregelingen komen schenkingen zeer veel voor. Het feit dat voor schenkingen een nultarief zal gelden, zal tot gevolg hebben dat Vlaamse ondernemers zich niet meer naar Nederlandse notarissen zullen moeten begeven om dat voordeel te genieten. In het licht van de vele schenkingen is de verlaging van het nu gangbare twee of drie procent tot nul procent overigens een grote (financiële) verbetering voor de Vlaamse ondernemer.

Het is juist dat de situatie verslechtert voor wie niet tijdig schenkt. Voortaan zal er een successierecht van drie procent verschuldigd zijn en dat is uiteraard meer dan het huidige nultarief. De ideale oplossing bestaat erin om zowel schenkings- als successierechten op nul te houden, zoals dat in Zweden het geval is. Maar op die manier zou de Vlaamse regering haar doelstelling niet kunnen realiseren die tijdige opvolgingsregelingen wil in de hand werken. Bovendien blijft de situatie voor eigenaars van familiebedrijven gunstig want gewone Vlaamse burgers betalen bij een nalatenschap van enige omvang maar liefst 27 procent successierechten.

Ook het argument dat men niet weet wanneer men moet schenken omdat men niet weet wanneer men sterft, snijdt geen hout. Voorzichtige ondernemers kunnen een onverwacht overlijden afdekken met een zogenaamde “sudden death” verzekering, die steeds meer populair wordt en waarvan er op de markt nu verschillende doeltreffende toepassingen bestaan. Het idee van zo’n verzekering is dat voor een onverwacht overlijden een dekking wordt voorzien, gelijk aan de drie procent successierechten.

Met haar nieuwe regeling heeft de Vlaamse regering zich moedig opgesteld en resoluut gekozen om een proactieve aanpak van de opvolging te belonen. Onze familiebedrijven, die tachtig procent van de ondernemingen uitmaken, kunnen er maar beter van worden.