De Van de Velde-story: lessen voor familiebedrijven

05.09.2011

Nadat hij midden in de jaren 90 afscheid nam van bijna vijftig jaar dagelijks management van het lingeriebedrijf Van de Velde, ging William Van de Velde een belangrijke nieuwe uitdaging aan: de geschiedenis van Van de Velde te boek stellen. Het resultaat ligt thans in de boekhandel: “Honderd jaar verleiding. Het verhaal van het familiebedrijf Van de Velde” (Lannoo).

Het boek is het product van een methodische geest. In een heldere, zakelijke stijl wordt de geschiedenis van het lingeriebedrijf chronologisch weergegeven. Kaderstukjes verwijzen naar de economische context of naar personen, die op William Van de Velde een bijzondere indruk hebben gemaakt (bijv. Professor André Vlerick). Daarbij wordt niets verbloemd: ook moeilijke passages uit de bedrijfsgeschiedenis komen aan bod.

Voor andere familiebedrijven bevat het verhaal van Van de Velde bijzonder interessante lessen. Ik focus hierna op de voornaamste.

Een rode draad doorheen de geschiedenis van Van de Velde is een passie voor kwaliteit. De huidige co-gedelegeerd bestuurder Ignace Van Doorselaere verwoordt het in het boek als volgt: “Het streven naar kwaliteit en efficientie kent geen weerga. Het is een DNA-code die is doorgegeven en goed bewaard. Zonder die fundering was Van de Velde nooit het bedrijf geworden dat het vandaag is”. Deze drang naar kwaliteit wordt geïllustreerd door het feit dat aan elk lingeriestuk een kwart tot de helft meer tijd wordt besteed dan gangbaar is in de sector. Kwaliteit is een der hoekstenen van de bedrijfscultuur, die verder bestaat uit een resultaatsgerichtheid die ook menselijk en eerlijk is.

Een tweede fundamenteel kenmerk is permanent ondernemerschap en groei. Het bedrijf zocht verstandig naar nieuwe opportuniteiten en ging daarvoor al heel vroeg de internationale toer op. De passages over de jarenlange relatie met het Duitse bedrijf Prima Donna, dat uiteindelijk door Van de Velde werd overgenomen, zijn terzake boeiend en verhelderend.

Professionalisme is de derde pijler waarop het succes van Van de Velde steunt. Niet alleen is de familie ervan overtuigd dat zijzelf professioneel moet handelen. Van in de beginjaren aarzelde zij niet om een beroep te doen op de kennis van niet-familieleden, weze het personeelsleden of consultants. Uiteindelijk deinsde zij niet terug voor een co-leiderschap tussen het familielid Herman Van de Velde en buitenstaander Ignace Van Doorselare. Deze laatste zegt hierover in het boek: “Een bedrijf met twee leiden is als een huwelijk. Je moet leren leven met de imperfectie van de ander, vanuit de overtuiging dat je samen goed bezig bent.(..) De complementariteit tussen mij en Herman is groot en er is een gemeenschappelijke basis: het geloof in goede implementatie en in sterke medewerkers. Daarom werkt de tandem. Ik ben er zeker van dat Herman het af en toe niet eens is, maar even zeker dat hij niet zal leven met diepe onenigheid. Bij mij geldt hetzelfde”.

Met het co-leiderschap tussen Herman Van de Velde en Ignace van Doorselare was het bedrijf overigens niet aan zijn proefstuk toe op het vlak van teamleiderschap. Ook de driehoek Lucas Laureys, Herman en Karel Van de Velde, die jarenlang het bedrijf leidde, was succesvol. Hiermee werden alle klassieke theorieën inzake leiderschap – er kan maar één kapitein zijn op het schip edm – met succes getart. Volgens Van Doorselare bestond het geheime recept uit “de ingrediënten respect, eerlijkheid, duidelijkheid, spaarzaamheid en de wil om te winnen”.

 

Tenslotte is het boek het verhaal van een sterk betrokken familiaal aandeelhouderschap. Van Doorselare noemt dit in het boek familiale verankering, die niet bestaat uit louter familiaal leiderschap maar wel uit het feit dat de familie de juiste mensen neerzet, die mensen tot prestaties aanzet en zo de langetermijngroei verzekert. Hij drukt de hoop uit dat Van de Velde nog lang familiaal mag verankerd blijven.

 

William Van de Velde is na zijn afscheid niet in het zwarte gat gevallen. Met zijn levendig portret van het familiebedrijf heeft hij een belangrijke bijdrage geleverd tot de verruiming van onze kennis inzake de groei van familiebedrijven in Vlaanderen.